Klas 4 F | Schriftelijk lezen: |
Referentieniveau in relatie tot de doelen uit Taalinlijn
Schriftelijke taalvaardigheden |
|
lezen van teksten |
|
1. lezen van fictionele teksten |
|
kan leesdoel bepalen
|
Kan (in het kader van het leesdoel) belangrijke informatie uit de tekst halen en kan zijn manier van lezen daar op afstemmen (bijvoorbeeld globaal, precies, selectief/gericht) |
kan teksten lezen van eenvoudige structuur, waarin tempo van spannende en opeenvolging dramatische gebeurtenissen hoog is.
|
Kan eenvoudige teksten lezen over alledaagse onderwerpen en over onderwerpen die aansluiten bij de leefwereld. De teksten zijn eenvoudig van structuur; de informatie is herkenbaar geordend. De teksten hebben een lage informatiedichtheid; belangrijke informatie is gemarkeerd, of wordt herhaald. Er wordt niet teveel (nieuwe) informatie gelijktijdig geïntroduceerd. De teksten bestaan voornamelijk uit frequent gebruikte (of voor leerlingen alledaagse) woorden. |
kan relaties leggen tussen de tekst en de werkelijkheid
|
Kan relaties leggen tussen de tekst en de werkelijkheid. Kan spannende, humoristische of dramatische passages in de tekst aanwijzen. Herkent verschillende emoties in de tekst, zoals verdriet, boosheid en blijdschap. |
kan verhalen lezen in ik-perspectief en tijdsperspectief en kan die teksten herkennen op basis van titel, inhoud e.d. |
Herkent basale structuurelementen, zoals wisselingen van tijd en plaats, rijm en versvorm. |
2. lezen van informatieve teksten |
|
kan informatieve teksten, zaakvakteksten, samenvatting, gebruiksaanwijzingen e.d. lezen en daarbij de juiste leesstrategie kiezen
|
Kan eenvoudige informatieve teksten lezen, zoals zaakvakteksten, naslagwerken, (eenvoudige) internetteksten, eenvoudige schematische overzichten. Kan eenvoudige instructieve teksten lezen, zoals (eenvoudige) routebeschrijvingen en aanwijzingen bij opdrachten (uit de methode) Kan eenvoudige betogende teksten lezen, zoals voorkomend in schoolboeken voor taal- en zaakvakken, maar ook advertenties, reclames, huis- aan huisbladen |
3. leespromotie |
|
kan een oordeel over een tekst verwoorden, bv. doet mee aan de kinderboekenweek |
Kan een oordeel over een tekst (deel) verwoorden. Evalueert de tekst met emotieve argumenten. |
houdt een leeslogboek bij of kan een kort boekverslag maken |
Evalueert de tekst met emotieve argumenten. |
4. technisch lezen |
|
kan voordrachtslezen voor groot publiek |
|
streefniveau eind klas 4 AVI E6 (oude AVI 9, of per halfjaar minimaal 1 niveau vooruitgang ten opzichte van vorige keer) |
|
Drie minutentoest niveau a/b v |
|
Download het hele word doc voor klas 3